7. Hoofdstuk 7 - ongelijkheden en parabolen

  • Ik kan lineaire vergelijkingen oplossen
  • Ik weet hoe de topformule en de nulpuntenformule werkt
  • Ik kan lineaire ongelijkheden oplossen
  • Ik weet bij ongelijkheden wanneer en waarom het teken omklapt als je vermenigvuldigt of deelt met een negatief getal
  • Ik weet hoe je intervallen noteert
  • Ik weet hoe je ongelijkheden met grafieken kunt oplossen
  • Ik kan kwadratische vergelijkingen oplossen
  • Ik kan kwadratische vergelijkingen ongelijkheden oplossen
  • Ik ken alle mogelijke situaties bij het oplossen van kwadratische ongelijkheden
  • Ik kan van $y=ax^2+bx+c$ de coördinaten van de top berekenen met $x_{top}=\frac{-b}{2a}$
  • Ik weet wat substitueren is.
  • (B) Ik kan bij functies met parameters $y_{top}$ uitdrukken in de parameter
  • (B) Ik kan bij functies met een parameter bij verschillende situaties de waarde(n) van de parameter(s) bepalen

Algemene aanwijzingen
  • Gebruik de ABC-formule alleen als het niet anders kan.
  • Bij ’t oplossen van tweedegraadsvergelijkingen is buiten haakjes halen of de product-som-methode handiger en sneller.
  • Bij de ABC-formule is de kans op fouten vele malen groter.
  • Denk aan de mintekens, gebruik haakjes!
  • Bij sommige opgaven in de toets staat ‘gebruik niet de ABC-formule. Dat je ’t maar weet:-)
  • Werk netjes en zorgvuldig.

Website

©2004-2024 Wiskundeleraar - login