Als je een vierkant hebt van bijvoorbeeld 1 bij 1 dan is de oppervlakte gelijk aan 1. Als je nu de zijden 3 keer zo groot maakt dan wordt de oppervlakte niet 3 keer zo groot, maar 9 keer zo groot!
Neem nu 's aan dat je een vierkant hebt van a bij a dan is de oppervlakte gelijk aan a2. Als je vergrotingsfactor k is, dan krijg je een vierkant van k·a bij k·a. De oppervlakte wordt dan k·a·k·a=k2·a2 en dat is dan k2 keer zo groot als a2. Als de oppervlakte p keer zo groot wordt dan wordt de lengte $
\sqrt p
$ zo groot.