Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




uitwerkingen

q6848img1.gif

In driehoek PAB weet je al AB=4.

Bereken AP=$
\sqrt 5
$.

Met de stelling van Pythagoras vind je dan PB=$
\sqrt {21}
$

In de rechthoekig driehoek PBQ geldt:

$
\sin \angle PBQ = \frac{{PQ}}
{{PR}} = \frac{2}
{{\sqrt {21} }}$ $\Rightarrow$ $\angle PBQ \approx 26^\circ
$

q6848img2.gif

In driehoek HBD is DH=2.

Bereken DB=$
\sqrt {20}
$.

$
\tan \angle DBH = \frac{2}
{{\sqrt {20} }} \Rightarrow \angle DBH \approx 24^\circ
$

RH=$
\sqrt 5
$, HC=$
\sqrt {20}
$ en RC=$
\sqrt {21}
$, dus gaat niet lukken!

q6848img3.gif

In driehoek SPT weet je SP=3.

Bereken PT=$
\sqrt {27}
$

$
\cos \angle SPT = \frac{3}
{{\sqrt {27} }} \Rightarrow \angle SPT \approx 55^\circ
$

$
\tan 55^\circ = \frac{h}
{3}$ $\Rightarrow$ $h = 4,24...\,\,cm = 42\,\,mm
$

Maar dat kon natuurlijk ook met de stelling van Pythagoras.

©2004-2024 W.v.Ravenstein