Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




Hoofdrekenen 2

Van mijn weblog geplukt:

  1. $15-45:3\times\frac{2}{3}=$
  2. $512\times12-256\times4=$
  3. $240:\frac{3}{4}=$
  4. $27,05:2,5=$
  5. $3,6+3,6:3,6=$
  6. $(24\times6,8):(6,8\times4)=$

Hoofdrekenen? Handig rekenen? Rekenen zonder papier?


I.

Hier moet je wel even bedenken dat je eerst moet delen en vermenigvuldigen. Dus je krijgt zoiets als:

$15 - 45:3 \times \frac{2}{3} = 15 - 15 \times \frac{2}{3} = 15 - 10 = 5$


II.

De 'verdubbel/halveer'-truuk zullen we maar zeggen:

$512 \times 12 - 256 \times 4 = 256 \times 24 - 256 \times 4 = 256 \times 20 = 5120$

Dat is nog 's een gelukje, want normaal komen die niet voor in de natuur.


III.

$240:\frac{3}{4} = 80 \times 4 = 320$

Als het te snel gaat moet je 't zeggen hoor...


IV.

Als je 2,5 keer 4 doet dan krijg je 10. Dat is misschien wel handig.

$27,05:2,5 = 108,2:10 = 10,82$


V

$3,6+3,6:3,6=4,6$

Als je dacht dat het $2$ was dan was dat fout.


VI.

$(24 \times 6,8):(6,8 \times 4) = 24 : 4 = 6$

O ja iets met teller en noemer. Je moet er maar opkomen...:-)


Zie ook de kale sommen van de CITO-voorbeeldtoets 3F 2013.

©2004-2024 W.v.Ravenstein