6. Drie dochters
Twee mannen lopen op straat, zegt A: "Ik weet een leuk raadsel." "Zeg op", zegt B.
A: "Ik heb drie dochters en het product van hun leeftijden is 36. Hoe oud zijn ze?" B: "Dat weet ik nog niet!" A: "Ik geef je nog een hint: Het huisnummer aan de overkant is de som van hun leeftijden." B: "Ik weet het nog niet!" A: "Okee, de laatste aanwijzing: Mijn oudste dochter speelt heel goed piano!"
- Hoe oud zijn die dochters?
|