`
Soorten variabelen
Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht.
Een kwantitatieve variabele wordt uitgedrukt in een getal. Het verschil tussen twee van deze opeenvolgende getallen heeft een eenduidige betekenis.
Discreet of continu
Bij een discrete variabele worden alleen maar 'losse' waarden aangenomen. Tussenwaarden hebben geen betekenis.
Bij continue variabelen kunnen alle waarden op een interval worden aangenomen.
Nominaal, ordinaal, interval en rationiveau
Bij de statistiek kom je vaak de volgende indeling tegen:Nominaal, ordinaal, interval en rationiveau
Zoals je ziet, komt er bij elk niveau hoger een eigenschap bij
Opmerking uit het boek
"Men maakt bij kwantitatieve variabelen onderscheid tussen variabelen op intervalniveau en op rationiveau, maar deze begrippen hoef je niet te kennen op het centraal examen."
getal & ruimte - havo wiskunde A deel 3 - pagina 54
De normale verdeling
Een paar eigenschappen van een normale verdeling:
Vuistregels bij de normale verdeling
Voorbeeld
Het gewicht van de mandarijnen uit een grote partij is normaal verdeeld met een gemiddelde van 80 gram. Verder is bekend dat 16% van de mandarijnen minder dan 76 gram weegt.
Uitwerking
16% weegt minder dan 76 gram, dus 76 ligt één standaardafwijking van het gemiddelde af. De standaardafwijking is 80-76=4 gram.