`
Opgave 1
Gegeven f(x)=x3-12x
De functie f heeft bij x=-2 een (lokaal) maximum en bij x=2 een (lokaal) minimum.
Vul in (gebruik exacte waarden):
stijgen dalen toenemende stijging afnemende stijging toenemende daling afnemende daling interval:
Opgave 2
Gegeven
Vul in (benader op 1 decimaal nauwkeurig):
stijgen dalen toenemende stijging afnemende stijging toenemende daling afnemende daling interval: