Gegeven is exponentiële groei met $N(4)=1040$ en $N(10)=2510$ met $t$ in dagen
Stel een formule op.
Opdracht 2
Gegeven is exponentiële afname met $N(2)=800$ en $N(7)=200$ met $t$ in dagen.
Stel een formule op.
Opdracht 3
Een forellenkwekerij heeft een vijver laten aanleggen. Hier worden op t=0 een aantal forellen uitgezet. Er wordt verondersteld dat de groei logistisch zal zijn. Er geldt:
$N = \Large\frac{4800}{1+5·0,8^{t}}$
Met $N$ het aantal forellen op tijdstip $t$ in maanden.
Hoeveel forellen heeft men uitgezet?
Hoeveel forellen zijn er na 6 maanden?
Na hoeveel maanden zijn er ongeveer 4000 forellen?