Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




de molen

q13411img1.gif

Bij de molen hiernaast zijn de uiteinden van de wieken aangegeven met P, Q, R en S. Voor de hoogte van punt P blijkt de  volgende formule te gelden:

$
h(t) = 18 + 14 \cdot \sin \left( {\frac{1}
{4}\pi t} \right)
$

Hierin is $h$ de hoogte in meters boven de grond en $t$ de tijd in seconden.

  1. Hoe kun je zien dat de hiernaast getekende situatie bij $t=0$ hoort?
  2. Hoe zou de formule veranderen als de molen de andere kant op zou draaien?
  3. Geef een formule voor de hoogte van punt S als functie van de tijd.
bron

©2004-2024 W.v.Ravenstein