Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




2. afstanden bij punten en lijnen

De afstand tussen twee punten

De afstand tussen twee meetkundige figuren is de lengte van het kortste verbindingslijnstuk tussen die figuren.

De afstand tussen de punten $A$ en $B$ is de lengte van het lijnstuk $AB$. Je kunt de afstand noteren als $d(A,B)$ met de $d$ van afstand.

Voor de punten $A(x_A,y_B)$ en $B(x_B,y_B)$ geldt is de afstand tussen $A$ en $B$ gelijk aan:

$d(A,B)=\sqrt{(x_B-x_A)^2+(y_B-y_A)^2}$

De coördinaten van het midden $M$ van het lijnstuk $AB$ zijn:

$x_M=\frac{1}{2}(x_A+x_B)$
$y_M=\frac{1}{2}(y_A+y_B)$

Onderlinge loodrechte lijnen

Als voor de lijnen $k$ en $l$ geldt $rc_k·rc_l=-1$ dan staan de lijnen loodrecht op elkaar.

Voorbeeld

De lijn $k$ staat loodrecht op de lijn $l:y=3x-2$ en gaat door het punt $A(6,7)$.

  • Stel een vergelijking op voor de lijn $k$

Uitwerking

Als $rc_l=3$ dan $rc_k=-\frac{1}{3}$. De vergelijking voor $k$ wordt:

$y=-\frac{1}{3}x+b$.

Vul $(6,7)$ in om de waarde van $b$ te berekenen:

$7=-\frac{1}{3}·6+b$
$7=-2+b$
$b=9$

$k:y=-\frac{1}{3}x+9$

De afstand van een punt tot een lijn

De afstand van een punt $P$ tot een lijn $l$ is de afstand van $P$ tot zijn loodrechte projectie $P'$ op $l$.

Werkschema: het berekenen van de afstand van een punt $A$ tot de lijn $k$:

  1. Stel een vergelijking op van de lijn $l$ door $A$ die loodrecht staat op $k$.
  2. Bereken de coördinaten van het snijpunt $B$ van $k$ en $l$.
  3. Gebruik $d(A,k)=d(A,B)$

Voorbeeld

  • Bereken exact de afstand van het punt $A(5,5)$ tot de lijn $k:3x+2y=12$.

Uitwerking

Stel een vergelijking op voor de lijn $l$ door $A(5,5)$ loodrecht op $k$. Dat zal iets zijn als $l:2x-3y=c$. Vul $A(5,5)$ in en je krijgt $c=-5$. Je krijgt:

$\left\{\begin{array}{l}3x+2y=12\\2x-3y= -5\\\end{array}\right.$
...
$\left\{ \begin{array}{l} x = 2 \\ y = 3 \\ \end{array} \right.$

Het snijpunt van $l$ en $k$ is $B(2,3)$, dus $d(A,k)=d(A,B)=\sqrt{(2-5)^2+(3-5)^2}=\sqrt{13}$

©2004-2024 W.v.Ravenstein