Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




met de GR

Kenmerken opsporen met de GR

Gegeven $f(x)=3·sin^2(x)+1$

q11653img1.gif

Met de GR kan je de coördinaten van de toppen $A$ en $B$ bepalen.

$A(\frac{1}{2}\pi,4)$ en $B(\pi,1)$

Je weet dan het maximum $y_A=4$ en het minimum $y_B=1$. Je weet dan de evenwichtsstand en de amplitude.

$\eqalign{a=\frac{1+4}{2}=2\frac{1}{2}}$
$\eqalign{b=\frac{4-1}{2}=1\frac{1}{2}}$

...en dan de rest

Je weet ook dat het verschil:
$\eqalign{x_B-x_A=\pi-\frac{1}{2}\pi=\frac{1}{2}\pi}$ de halve periode moet zijn. Je weet dan ook de periode.

$\eqalign{c=\frac{2\pi}{\pi}=2}$

Als je de evenwichtslijn weet kan je ook de coördinaten van $C$ bepalen. $C$ ligt $\frac{1}{4}\pi$ naar links t.o.v. $A$. Je weet dan de horizontale verschuiving.

$\eqalign{d=\frac{1}{4}\pi}$

Zodat het functievoorschrift gelijk is aan:

$y=2\frac{1}{2}+1\frac{1}{2}sin(2(x-\frac{1}{4}\pi))$

q13967img1.gif q13967img2.gif

©2004-2024 W.v.Ravenstein