Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




ik wil een bewijs

Je moet natuurlijk nooit zo maar geloven wat iemand zegt. Hoe kun je nu weten dat die stelling van Pythagoras echt altijd klopt? Als je zeker wilt zijn dan moet er misschien wel een bewijs voor te vinden zijn... Nou, die bewijzen zijn er.

q6745img2.gifOp de schuine zijde van een willekeurige rechthoekige driehoek teken je een vierkant met zijde c. Je vult de figuur aan met dezelfde driehoeken zodat je groot vierkant krijgt.

De oppervlakte van het grote vierkant is gelijk aan de oppervlakte van 4 stukken van $
\frac{1}
{2}
$·a·b=2ab en het grote vierkant c2.

Je kunt de oppervlakte van het grote vierkant ook schrijven als (a+b)2.

Dus moet gelden:

(a + b)2 = 2ab + c2
a2 + 2ab + b2 = c2 + 2ab
a2 + b2 = c... en dat is de stelling van Pythagoras.

q6745img1.gif

©2004-2024 W.v.Ravenstein